BC/21-0226
Gegrond
Beroepscommissie
Beroepscommissie
Individueel bijzonder veiligheidsregime
INDIVIDUEEL BIJZONDER VEILIGHEIDSREGIME - GEZONDHEID
De Basiswet verbindt enkele procedurele voorwaarden aan het opleggen van een IBVR. Zo moet het voorstel van de directie onder meer vergezeld zijn van een medisch advies omtrent het IBVR.
Deze procedurele voorwaarden dienen strikt nageleefd te worden, gelet op de grote impact van een IBVR en de inperking van de rechten van de gedetineerde die hiermee gepaard gaat.
Uit de stukken blijkt dat de hoorzitting omtrent het voorstel van de directie tot plaatsing van het IBVR plaatsvond op 24 november 2021. De eigenlijke beslissing tot plaatsing door de Directeur-Generaal dateert van 29 november 2021. Het voorstel van de directie is echter niet vergezeld van een medisch advies. Het medisch advies is immers pas opgesteld op 30 november 2021, een dag na de beslissing tot plaatsing van de Directeur-Generaal. De Beroepscommissie stelt vast dat de procedurele voorwaarden voor het nemen van een beslissing tot plaatsing in een IBVR niet zijn nageleefd en besluit tot een schending van art. 118 van de Basiswet. De beslissing tot plaatsing in een IBVR is bijgevolg niet conform de wet en is nietig. Het beroep is gegrond.
De Basiswet verbindt enkele procedurele voorwaarden aan het opleggen van een IBVR. Zo moet het voorstel van de directie onder meer vergezeld zijn van een medisch advies omtrent het IBVR.
Deze procedurele voorwaarden dienen strikt nageleefd te worden, gelet op de grote impact van een IBVR en de inperking van de rechten van de gedetineerde die hiermee gepaard gaat.
Uit de stukken blijkt dat de hoorzitting omtrent het voorstel van de directie tot plaatsing van het IBVR plaatsvond op 24 november 2021. De eigenlijke beslissing tot plaatsing door de Directeur-Generaal dateert van 29 november 2021. Het voorstel van de directie is echter niet vergezeld van een medisch advies. Het medisch advies is immers pas opgesteld op 30 november 2021, een dag na de beslissing tot plaatsing van de Directeur-Generaal. De Beroepscommissie stelt vast dat de procedurele voorwaarden voor het nemen van een beslissing tot plaatsing in een IBVR niet zijn nageleefd en besluit tot een schending van art. 118 van de Basiswet. De beslissing tot plaatsing in een IBVR is bijgevolg niet conform de wet en is nietig. Het beroep is gegrond.