Ga verder naar de inhoud

KC04/21-0077

Gegrond KC - Beveren Klachtencommissie Ordemaatregel
ORDEMAATREGEL - ONTSLAG - CELMUTATIE - PROPORTIONALITEIT

De klacht is gericht tegen een ordemaatregel waarbij klager werd ontslagen als sportfatiek, zonder behoud van zijn plaats op de werkerslijst, en werd gemuteerd naar het gesloten regime.

Uit het verweer blijkt dat de afzetting van werk is ingegeven door verschillende redenen, met als voornaamste reden de orde en veiligheid in de instelling. De klachtencommissie stelt echter vast dat klager zonder waarschuwing is ontslagen. De klachtencommissie meent dat de directie de veiligheid had kunnen waarborgen door aan klager toe te lichten waarom dit niet aanvaard wordt en welke veiligheidsrisico’s dit volgens haar inhield. Op deze manier had klager in de toekomst de inschatting als sportfatiek beter kunnen maken. De directie verwijst in de motivering van haar beslissing naar eerdere waarschuwingen maar de klachtencommissie stelt vast dat deze zogenaamde werkweigeringen zijn begaan toen klager nog in de wasserij werkte.

De klachtencommissie is verder van oordeel dat de zogenaamde werkweigeringen uit de rapporten (RAD) niet in aanmerking kunnen worden genomen als reden voor de afzetting zonder behoud van plaats op de wachtlijst, gelet op de aanvragen die klager heeft gedaan voor de dokter op de corresponderende dagen. De klachtencommissie merkt bovendien op dat het niet behouden van de plaats op de werkerslijst niet strookt met de richtlijnen van de Directie Juridische Dienst.

Tot slot is de klachtencommissie van mening dat de realiteit in de penitentiaire inrichting waarbij klager zéér lang op ander werk zal moeten wachten, eveneens dient meegenomen te worden in de belangenafweging. De afzetting van werk, zonder zicht op nieuw of ander werk, is immers onbeperkt in de tijd opgelegd. De klachtencommissie stelt vast dat de directeur ten deze het belang van de veiligheid van andere gedetineerden, het personeel en de goede werking binnen de inrichting moest afwegen tegen het belang van klager om deel te kunnen nemen aan de in de gevangenis beschikbare arbeid. De klachtencommissie is van oordeel dat de directeur deze afweging niet op een overwogen, redelijke en zorgvuldige manier heeft gemaakt. De ordemaatregel is niet proportioneel en billijk.

Met betrekking tot de klacht over de mutatie naar het gesloten regime, is de klachtencommissie van oordeel dat er onvoldoende zwaarwichtige redenen zijn om klager zonder beperking van de maatregel in de tijd naar het gesloten regime over te plaatsen. De maatregel is niet proportioneel.

De klacht is gegrond. De klachtencommissie vernietigt de ordemaatregel en de directie dient de gevolgen van de ordemaatregel dan ook terug te draaien bij de
eerstvolgende mogelijkheid (m.b.t. een beschikbare plaats op het open regime en m.b.t. werkgelegenheid op het open regime) die zich voordoet.