Ga verder naar de inhoud

KC05/20-0017

Gegrond KC - Brugge Klachtencommissie Voorlopige maatregel Tucht
TUCHT - VOORLOPIGE MAATREGEL - BEWIJS -MOTIVERING - TAAL

Het rapport aan de directeur (RAD) is het document bij uitstek is waarbij tuchtfeiten worden vastgesteld en dat de aanleiding kan vormen voor het opstarten van een tuchtprocedure. In casu ziet de Klachtencommissie geen redenen om te twijfelen aan de inhoud van de rapporten aan de directeur. De grief van klager is dan ook ongegrond.

De directeur kan in afwachting van een tuchtprocedure, in geval van ernstige en opzettelijke aantasting van de interne veiligheid of indien door het aanzetten of voeren van collectieve acties de veiligheid in de gevangenis ernstig in gevaar wordt gebracht, voorlopige maatregelen nemen en daartoe tot op het ogenblik waarop de beslissing tot tuchtsanctie mondeling aan de gedetineerde is meegedeeld, de bijzondere veiligheidsmaatregel van onderbrenging in een beveiligde cel, opleggen. De Klachtencommissie wijst erop dat uitsluitend de directeur kan beslissen een voorlopige maatregel te nemen. Alleen wanneer de situatie van gevaar geen enkel uitstel duldt, kunnen ook andere personeelsleden van de gevangenis deze beslissing nemen, mits onmiddellijke kennisgeving ervan aan de directeur, die dan een beslissing neemt. De Klachtencommissie stelt vast dat in casu niet aangetoond wordt waarom de directeur de beslissing niet kon nemen.

Bovendien wijst de Klachtencommissie er op dat een voorlopige maatregel van opsluiting in een beveiligde cel enkel kan worden opgelegd als er geoordeeld wordt dat er sprake is van een “ernstige en opzettelijke aantasting van de interne veiligheid”. De Klachtencommissie is van oordeel dat althans niet voldoende wordt gemotiveerd waarom het gedrag van klager als een aantasting van de interne veiligheid werd aanzien en al zeker niet waaruit blijkt dat deze aantasting een “ernstig” karakter zou hebben. Integendeel, de directeur geeft enerzijds zelf aan dat klager eerder om praktische redenen in de veiligheidscel werd geplaatst. Anderzijds wordt dan weer verschillende keren vermeld dat de voorlopige maatregel als “sanctie” geldt. Een voorlopige maatregel mag nochtans nooit genomen worden met het oog op een onmiddellijke bestraffing en mag geenszins een tuchtsanctie op zich inhouden.
De klacht tegen de voorlopige maatregel is gegrond.

Indien een in afwachting van de tuchtprocedure genomen bijzondere veiligheidsmaatregel wordt omgevormd in een vergelijkbare sanctie, dient de duur van de voorlopige maatregel in mindering in mindering gebracht te worden van de tuchtsanctie. In casu wordt er echter geen vergelijkbare sanctie opgelegd, maar wordt de voorlopige maatregel beschouwd als sanctie. Dit strookt niet met het verweer van de directeur, waar deze aangeeft dat er geen sanctie meer werd opgelegd, noch met de wet, die duidelijk het verschil tussen een maatregel en een sanctie vooropstelt. De beslissing doorstaat de legaliteitstest dan ook niet. De Klachtencommissie verklaart ook de klacht, in zoverre ze gericht is tegen de tuchtbeslissing gegrond.

Een klacht ingediend bij de Klachtencommissie van Brugge dient in het Nederlands opgesteld te worden. Klager formuleerde een deel van de redenen voor het indienen van zijn klacht in het Frans. De klacht is voor deze onderdelen bijgevolg onontvankelijk.