Ga verder naar de inhoud

KC05/21-0043

Gegrond KC - Brugge Klachtencommissie Tucht
TUCHT - ZORGVULDIGHEIDSPLICHT - TEGEMOETKOMING

De klacht is gericht tegen een tuchtbeslissing waarbij beslist werd om klager in een veiligheidscel te plaatsen en hem aansluitend een sanctie van één week afzondering in de hem toegewezen verblijfsruimte (“ATV”) op te leggen. De directie geeft zelf aan dat de klacht gegrond is. De aangevochten beslissing werd dan ook door de directie zelf vernietigd en de sancties opgelegd in de tuchtbeslissing werden uit het tuchtregister van klager geschrapt. Uit het feit dat de tuchtbeslissing door de directeur zelf werd vernietigd, blijkt de gegrondheid van de oorspronkelijke klacht.

Klager heeft echter de sancties ondertussen wel volledig ondergaan. Naast het gegeven dat er twee sancties gecumuleerd werden, beklaagt klager zich ook over de uitvoering van de sancties. Zo zou hij tijdens zijn verblijf in de veiligheidscel gedurende drie dagen niemand hebben gezien (geen directie, geen dokter). Bovendien zou hij noch tijdens het verblijf in de veiligheidscel, noch tijdens zijn verblijf in de eigen cel onder ATV, een wandeling hebben gekregen.

De Klachtencommissie wijst erop dat de verantwoordelijkheid van de directeur verbonden aan een beslissing tot plaatsing van een gedetineerde in een beveiligde cel, niet stopt bij de beslissing tot plaatsing op zich. In voorliggende zaak kan niet aangetoond worden of klager tijdens zijn verblijf in de veiligheidscel/strafcel conform de wettelijke waarborgen werd opgevolgd.
Deze onduidelijkheid dient naar het oordeel van de Klachtencommissie in het voordeel van de klager te worden uitgelegd. De Klachtencommissie is dan ook de mening toegedaan dat aan klager een tegemoetkoming van drie extra individuele wandelingen moet worden toegekend.