Ga verder naar de inhoud

KC20/21-0028

Ongegrond KC - Mechelen Klachtencommissie Tucht
TUCHT

De directeur heeft zich voor het bewijs en de kwalificatie van de in het RAD ten laste gelegde feiten, gebaseerd de vaststellingen van de dienstdoende PBA. Bij de tuchtrechtelijke hoorzitting werden er door de klager geen tegenindicaties aangevoerd om aan te tonen dat de dat de in het RAD weerhouden feiten niet correct waren weergegeven. De verstellingen van de PBA waren duidelijk.
Lawaaioverlast wordt door de Basiswet als een tuchtrechtelijke inbreuk van tweede categorie beschouwd.
Bij de keuze voor de aard en de omvang van de sanctie heeft de directie rekening gehouden met de ernst van de inbreuk (orde verstoring, en verstoring van de nachtrust van de medegedetineerden), en de omstandigheden waarin de inbreuk plaatsvond (’s nachts om 23u45).
De klacht is kennelijk ongegrond.