Ga verder naar de inhoud

KC32/21-0020

Gegrond Onontvankelijk KC - Turnhout Klachtencommissie Tucht Geen beslissing directeur
GEEN BESLISSING DIRECTEUR - BEVOEGDHEID - TUCHT - KWALIFICATIE INBREUK

De Klachtencommissie is enkel bevoegd voor klachten tegen beslissingen die door of namens de directeur genomen worden ten aanzien van klager. Een klacht die handelt over het gedrag van een penitentiair beambte behoort niet tot het toepassingsgebied van het klachtenrecht. De klacht is onontvankelijk.
Met betrekking tot de tuchtbeslissing inzake het geen gevolg geven aan aanmaningen en bevelen van het personeel steunt de directie voor het bewezen zijn van de feiten op de formele vaststelling ervan door een ambtenaar in het RAD van 13 februari 2021 (“ik heb hem tot 3 maal rustig aangemaand de verblijfsruimte te betreden”). Ondanks het feit dat klager in het verslag van de tuchtrechtelijke hoorzitting en in het relaas van zijn klacht blijk geeft van een andere invulling van de feiten, kon de directeur volgens de Klachtencommissie redelijkerwijze op deze vaststelling van zijn beambte steunen De beslissing is ook redelijk en billijk, nu klager slechts een sanctie van 7 dagen ATV + 3 VW opgelegd kreeg. Wat betreft de inbreuk op het huishoudelijk reglement, het zogenaamde “winkettoerisme” is de Klachtencommissie echter van oordeel dat de bewoordingen van artikel 130, 2° van de Basiswet, namelijk “het niet naleven van de door het huishoudelijk reglement voorgeschreven bepalingen” strikt geïnterpreteerd dienen te worden. Deze tuchtrechtelijke inbreuk kan enkel aan de gedetineerde ten laste worden gelegd als de overtreden ‘regel’ een regel betreft die ook daadwerkelijk een schriftelijke neerslag vindt in het huishoudelijk reglement. Volgens de Klachtencommissie staat nergens in het huishoudelijk reglement letterlijk te lezen dat het verboden is om in een andere cel binnen te kijken of een praatje te maken aan iemands winket. Het loutere feit dat de advocaat volgens het verslag van de tuchtrechtelijke hoorzitting verklaarde dat men de sanctie voor het blijven hangen aan het winket zou aanvaarden, doet hier geen afbreuk aan. De klacht is gegrond. De tuchtbeslissing wordt gedeeltelijk vernietigd voor wat betreft het gedeelte waarin de inbreuk van “het niet-naleven van de door het huishoudelijk reglement voorgeschreven bepalingen” wordt aangekruist, alsook de passage van de motivering die daarover handelt, namelijk “en inbreuken tegen het huishoudelijk reglement, namelijk ‘winkettoerisme’”. De directie dient de gevolgen van deze gedeeltelijke vernietiging ongedaan te maken door hieraan het gepaste gevolg te verbinden in het kader van het tuchtregister.