Ga verder naar de inhoud

KC32/21-0025

Ongegrond KC - Turnhout Klachtencommissie Ordemaatregel
ORDEMAATREGEL - ARBEID - ONTSLAG - VERTROUWENSFUNCTIE

De Klachtencommissie acht het niet onredelijk dat de directie is overgegaan tot ontslag van betrokkene uit zijn vertrouwensfunctie op grond van het feit dat er meldingen kwamen uit drie verschillende hoeken: medegedetineerden, personeel én externe medewerkers. Deze redelijkheid wordt volgens de Klachtencommissie benadrukt door het feit dat de directie niet vanaf de eerste melding heeft gereageerd, maar er zich eerst van heeft willen vergewissen dat het niet om een interne afrekening ging. Dat deze ordemaatregel duidelijk op basis van bekommernis omtrent de orde en veiligheid ingegeven werd en geen onwettig bestraffend karakter heeft wordt gestaafd door de passage in het verweer waarin de directie stelt “een substantieel deel van onze bewoners waren hierdoor angstig, durfden niet langer aan activiteiten deel te nemen en zo kwam de werking van de gehele afdeling in het gedrang.” Tot slot oordeelt de Klachtencommissie dat de motivering van de ordemaatregel in overeenstemming is met artikel 8 van de Basiswet. Ook al zegt klager “geen flauw idee te hebben waar het over gaat”, oordeelt de Klachtencommissie dat de motivering voldoende duidelijk is en betrokkene in staat stelt om de reden van het ontslag te begrijpen, ook al is hij het er inhoudelijk misschien niet mee eens. De klacht is ongegrond.