TUCHT - CAMERABEELDEN - RECHT OP TEGENSPRAAK - SANCTIE
Het gegeven dat er camerabeelden van de feiten zouden bestaan, betekent niet dat er automatisch twijfel bestaat over de juistheid van de in het rapport beschreven feiten en verplicht de directie er niet toe de beelden te bekijken. De directeur kon er volgens de Klachtencommissie op basis van bovenstaande elementen redelijkerwijs vanuit gaan dat de omschreven feiten gekwalificeerd konden worden als een inbreuk zoals bepaald in artikel 129, 1° van de Basiswet, namelijk de opzettelijke aantasting van de fysieke integriteit van personen.
De Klachtencommissie oordeelt dat de rechten van verdediging van klager geschonden zijn in zoverre hij in de tuchtbeslissing meteen gesanctioneerd wordt voor feiten (bedreigingen geuit ter tuchtzitting) die hem niet eerst ten laste zijn gelegd conform artikel 144 §3 van de Basiswet. De inbreuk van de bedreiging met de opzettelijke aantasting van de fysieke integriteit van personen (artikel 129, 1° van de Basiswet) mocht dan ook niet in rekening gebracht worden in de tuchtbeslissing. De Klachtencommissie stelt op basis van de bewoordingen van de motivering vast dat de geuite bedreigingen aanzienlijk hebben doorgewogen in de toemeting van de tuchtsanctie. Ten gevolge daarvan acht de Klachtencommissie de opgelegde maximumsanctie van 30 dagen ATV, een sanctie die ten gevolge van het bovenstaande enkel betrekking mocht hebben op de vechtpartij, onredelijk. De klacht is gegrond. De directie moet binnen de 24u een nieuwe beslissing nemen.
Het gegeven dat er camerabeelden van de feiten zouden bestaan, betekent niet dat er automatisch twijfel bestaat over de juistheid van de in het rapport beschreven feiten en verplicht de directie er niet toe de beelden te bekijken. De directeur kon er volgens de Klachtencommissie op basis van bovenstaande elementen redelijkerwijs vanuit gaan dat de omschreven feiten gekwalificeerd konden worden als een inbreuk zoals bepaald in artikel 129, 1° van de Basiswet, namelijk de opzettelijke aantasting van de fysieke integriteit van personen.
De Klachtencommissie oordeelt dat de rechten van verdediging van klager geschonden zijn in zoverre hij in de tuchtbeslissing meteen gesanctioneerd wordt voor feiten (bedreigingen geuit ter tuchtzitting) die hem niet eerst ten laste zijn gelegd conform artikel 144 §3 van de Basiswet. De inbreuk van de bedreiging met de opzettelijke aantasting van de fysieke integriteit van personen (artikel 129, 1° van de Basiswet) mocht dan ook niet in rekening gebracht worden in de tuchtbeslissing. De Klachtencommissie stelt op basis van de bewoordingen van de motivering vast dat de geuite bedreigingen aanzienlijk hebben doorgewogen in de toemeting van de tuchtsanctie. Ten gevolge daarvan acht de Klachtencommissie de opgelegde maximumsanctie van 30 dagen ATV, een sanctie die ten gevolge van het bovenstaande enkel betrekking mocht hebben op de vechtpartij, onredelijk. De klacht is gegrond. De directie moet binnen de 24u een nieuwe beslissing nemen.