Ga verder naar de inhoud

BC/21-0175

Ongegrond Beroepscommissie Beroepscommissie Tucht
TUCHT - VERMOEDEN VAN ONSCHULD - ZORGVULDIGHEIDSPLICHT

Het beroep is gericht tegen een tuchtbeslissing.
In dit dossier heeft de celgenoot van geïntimeerde bekend dat de lader van hem is. Uit dat verslag zijn er volgens de Beroepscommissie geen elementen die erop wijzen dat de celgenoot onder druk werd gezet door geïntimeerde en enkel daarom toegaf dat de lader van hem was. De Beroepscommissie is bijgevolg van oordeel dat er voldoende elementen waren die aantonen dat de lader niet van geïntimeerde was, maar wel van zijn celgenoot en dat deze inbreuk hem dus niet redelijkerwijze kon worden toegerekend. Volgens de Beroepscommissie geldt dezelfde redenering als met de drugs, hetgeen ook niet werd toegerekend aan geïntimeerde, omdat de celgenoot heeft bekend dat dit van hem was.

De directie verwijst ook nog naar het vermeende telefoongesprek dat de avond ervoor gehoord zou zijn. De smartphone zelf werd s’ anderendaags echter niet aangetroffen, maar de lader van de smartphone werd wel nog (deels) gevonden. Men heeft zoals de directie ook zelf aangeeft geen sanctie opgelegd voor het gebruik van de smartphone, hetgeen toch de vraag doet rijzen of men wel zeker was of kon aantonen dat betrokkene gebruik had gemaakt van een smartphone. Indien dat niet het geval is, kan men dit argument ook niet gebruiken ter staving van het feit dat lader (ook) aan betrokkene toebehoort. Gelet op bovenstaande elementen besluit de Beroepscommissie dat de tuchtinbreuk niet is opgelegd conform de Basiswet.

Bovendien heeft de directie beslist om een bijzondere sanctie op te leggen, namelijk het verbod om deel te nemen aan culturele, sportieve of ontspanningsactiviteiten in gemeenschappelijk verband. In dat geval moet er een verband bestaan tussen de sanctie in kwestie en de toegerekende inbreuk. De Beroepscommissie ziet niet waarin zulk verband zou bestaan en de directie motiveert dat ook niet in haar beslissing. De sanctie werd dus eveneens opgelegd zonder
hiermee rekening te houden en is dus niet wettelijk.

Het beroep is ongegrond.