Ga verder naar de inhoud

BC/23-0169

Gegrond Beroepscommissie Beroepscommissie Andere beslissing directeur
BEZOEK - ONTVANKELIJKHEID - BESLISSING NAMENS DIRECTIE

Het bezoekmoment van de klager kon ten onrechte deels geen doorgang vinden wegens een vermeende tuchtbeslissing. De beslissing die op een bepaald ogenblik werd genomen om de klager niet tot zijn gewoon bezoek toe te laten, werd weliswaar niet genomen door de directeur, maar wel door een penitentiair beambte die handelde namens de directeur. Het penitentiair personeel handelt immers onder het gezag en de verantwoordelijkheid van de directie bij de organisatie van de bezoekmomenten. De beslissing die een penitentiair beambte neemt over de uitvoering van het bezoekmoment – waardoor het recht op bezoek van een gedetineerde wordt gewaarborgd, dan wel aangetast – is dan ook een beslissing namens de directie ten aanzien van die gedetineerde. Het handelen of nalaten van personeelsleden van de inrichting in het kader van de uitoefening van hun taak moet, tenzij wanneer het gaat over louter feitelijk handelen, inderdaad in beginsel worden gezien als (de uitvoering van) een beslissing van of namens de directeur waartegen beklag kan worden gedaan. Aangezien vaststaat dat het recht op bezoek van de klager zonder rechtsgrond werd aangetast, is de klacht dan ook ontvankelijk en gegrond.