Ga verder naar de inhoud

CP36/23-0157

Gegrond Klachtencommissie Ordemaatregel
ONTVANKELIJKHEID - TERMIJN - ORDEMAATREGEL - ARBEID - TAAL

Het verzuim van de indicatie van de beroepsmogelijkheden voor de gedetineerde is in dit geval voldoende om de vertraging bij het indienen van de klacht te rechtvaardigen. De klacht is ontvankelijk.

De Basiswet van 2005 bevat als lex specialis enkele bepalingen aangaande het taalgebruik voor de informatie bij aankomst in de gevangenis, tuchtzaken en klachten van gedetineerden . Buiten deze bepalingen is de Bestuurstaalwet van toepassing op het taalgebruik tussen de gevangenisadministratie en de gedetineerde .

De Bestuurstaalwet regelt het taalgebruik in bestuurszaken op basis van het soort dienst. Met betrekking tot gevangenissen is voornamelijk het onderscheid tussen plaatselijke, gewestelijke en «diensten waarvan de werkkring het hele land bestrijkt» relevant .

De Bestuurstaalwet bepaalt dat centrale diensten en uitvoeringsdiensten (onder andere penitentiaire inrichtingen) in hun betrekkingen met particulieren het Nederlands, het Frans of het Duits dienen te gebruiken, al naargelang van de taal gebruikt door de particulier .

Bij aankomst in de gevangenis dienen de gedetineerden hun taalrol aan te duiden. Voor klager werd aldus het Nederlands aangeduid. De inrichting dient in haar betrekkingen met de klager het Nederlands te gebruiken. In dit geval werd de ordemaatregel in het Frans opgesteld en zo aan de klager afgegeven, zonder enige mondelinge Nederlandstalige uitleg. De klachtencommissie wijst op het feit dat de klager uitdrukkelijk de attentie van de agent heeft gevestigd op het feit dat hij het Frans niet machtig was en dat hij de inhoud van de beslissing niet begreep.

De directie heeft derhalve niet de nodige stappen ondernomen om ervoor te zorgen dat klager de bestreden beslissing kon verstaan. Zij was verplicht de ordemaatregel in het Nederlands neer te schrijven. In haar verweer geeft de directie zelf toe dat de taalrol uit het oog werd verloren.

Door een Franstalig document aan de klager neer te leggen (die hem persoonlijk aanbelangde), hoewel de klager uitdrukkelijk te kennen had gegeven dat hij de taal niet machtig was, heeft de directie het recht op verdediging van de klager geschonden, hetgeen volstaat om de ordemaatregel van 18 augustus 2023 nietig te verklaren. Om deze redenen is de klacht gegrond.