TUCHT - GEINTERNEERD - TOEREKENBAARHEID - BIJSTAND ADVOCAAT
Klager is geïnterneerd. Op basis van de Basiswet is de bijstand van een advocaat dan verplicht in het kader van een tuchtprocedure. De voorkeursadvocaat van klager was aanwezig op beide tuchthoorzittingen. Het interneringsstatuut van klager brengt een tweede procedurele vereiste met zich mee, namelijk de toerekenbaarheid van de tuchtinbreuken. De directeur die een tuchtmaatregel wenst op te leggen aan een geïnterneerde dient de nodige inlichtingen in te winnen en het nodige onderzoek te verrichten over de geestelijke gezondheidstoestand van de geïnterneerde om zijn of haar verwijtbaarheid te beoordelen. De vaststaande rechtspraak van de Beroepscommissies, hierin gevolgd door de klachtencommissies, vereist daarom een advies van een psychiater die de geestestoestand van de geïnterneerde beoordeelt op het moment van de inbreuk.
In dit dossier nam de directie kennis van de rapporten waarna zij aan de psychiater van de psychosociale dienst (PSD) heeft gevraagd om een advies uit te brengen. Het advies besluit tot de toerekeningsvatbaarheid van klager ten aanzien van de feiten. Het advies werd opgemaakt door de PSD-psychiater die een adviserende rol heeft. Hierdoor ontstaat een splitsing tussen de behandelend psychiater van klager en de adviserend expert, hetgeen de onafhankelijkheid en het beroepsgeheim van de behandelend psychiater waarborgt. Hierdoor voldoet het psychiatrisch advies aan de vereisten die de Nationale Raad voor de Orde van Artsen vooropstelt.
Gelet op het advies van de psychiater en het bewijs dat voorlag, is de klachtencommissie van oordeel dat de directeur in redelijkheid en billijkheid de tuchtinbreuken kon bewezen verklaren en deze aan klager kon toerekenen. De klacht is ongegrond.
Klager is geïnterneerd. Op basis van de Basiswet is de bijstand van een advocaat dan verplicht in het kader van een tuchtprocedure. De voorkeursadvocaat van klager was aanwezig op beide tuchthoorzittingen. Het interneringsstatuut van klager brengt een tweede procedurele vereiste met zich mee, namelijk de toerekenbaarheid van de tuchtinbreuken. De directeur die een tuchtmaatregel wenst op te leggen aan een geïnterneerde dient de nodige inlichtingen in te winnen en het nodige onderzoek te verrichten over de geestelijke gezondheidstoestand van de geïnterneerde om zijn of haar verwijtbaarheid te beoordelen. De vaststaande rechtspraak van de Beroepscommissies, hierin gevolgd door de klachtencommissies, vereist daarom een advies van een psychiater die de geestestoestand van de geïnterneerde beoordeelt op het moment van de inbreuk.
In dit dossier nam de directie kennis van de rapporten waarna zij aan de psychiater van de psychosociale dienst (PSD) heeft gevraagd om een advies uit te brengen. Het advies besluit tot de toerekeningsvatbaarheid van klager ten aanzien van de feiten. Het advies werd opgemaakt door de PSD-psychiater die een adviserende rol heeft. Hierdoor ontstaat een splitsing tussen de behandelend psychiater van klager en de adviserend expert, hetgeen de onafhankelijkheid en het beroepsgeheim van de behandelend psychiater waarborgt. Hierdoor voldoet het psychiatrisch advies aan de vereisten die de Nationale Raad voor de Orde van Artsen vooropstelt.
Gelet op het advies van de psychiater en het bewijs dat voorlag, is de klachtencommissie van oordeel dat de directeur in redelijkheid en billijkheid de tuchtinbreuken kon bewezen verklaren en deze aan klager kon toerekenen. De klacht is ongegrond.