Ga verder naar de inhoud

KC04/21-0071

Ongegrond KC - Beveren Klachtencommissie Tucht
TUCHT - BEWIJS - CAMERABEELDEN

Klager dient een klacht in tegen een tuchtbeslissing.

De rapporten die de penitentiair beambten in de uitoefening van hun functie opstellen (RAD), vormen voor de gevangenisdirecteur principieel en bij ontstentenis van tegenindicaties, een deugdelijke grondslag om het bestaan en de ernst van de feiten te beoordelen. De gevangenisdirectie is dan ook in beginsel niet verplicht om in te gaan op het verzoek van klager om bepaalde onderzoeksverrichtingen uit te voeren, zoals het bekijken van camerabeelden.

Het RAD is opgesteld in duidelijke bewoordingen en de opsteller ervan laat geen twijfel over de gedane vaststellingen blijken. Klager haalt in dit geval geen overtuigende tegenindicaties aan. Evenmin zijn er tegenstrijdigheden tussen het rapport en andere elementen uit het dossier, waardoor de directie in deze omstandigheden niet genoodzaakt was om de camerabeelden te raadplegen.

De klachtencommissie is van oordeel dat de tuchtinbreuk bewezen kon worden geacht door de directie. Gelet op het voorwaardelijke deel van de tuchtsanctie, meent de klachtencommissie dat de tuchtsanctie niet onredelijk of onbillijk is voor de voormelde tuchtinbreuk.

De klacht is ongegrond.