Ga verder naar de inhoud

KC04/21-0074

Ongegrond KC - Beveren Klachtencommissie Voorlopige maatregel Tucht
TUCHT - VOORLOPIGE MAATREGEL - FOUILLE LICHAAM

De klacht is enerzijds gericht tegen de beslissing van de directie om een voorlopige maatregel (VM) op te leggen en klager op de beveiligde cel te plaatsen. De klachtencommissie is van oordeel dat de directeur wettelijk gezien een voorlopige maatregel kon opleggen aan klager omwille van de ernstige en opzettelijke aantasting van de interne veiligheid. Voorlopige maatregelen mogen niet worden genomen met het oog op onmiddellijke bestraffing. De klachtencommissie is van oordeel dat uit de motivering van de beslissing geen bestraffend oogmerk blijkt en dat de beslissing derhalve rechtsgeldig is genomen. De klacht is ongegrond.

De klacht is anderzijds gericht tegen een tuchtbeslissing. Uit het zittingsverslag blijkt dat klager de meeste tuchtinbreuken niet ontkent. De klachtencommissie meent dat de directie – gelet op het verloop van de tuchtrechtelijke hoorzitting en gelet op de inhoud van de rapporten – de feiten bewezen kon achten. Gelet op de verschillende rapporten en de kwalificaties van de tuchtinbreuken, meent de klachtencommissie niet dat de opgelegde sanctie onredelijk of onbillijk is. De klachtencommissie stelt vast dat de tuchtbeslissing is genomen met inachtneming van de wettelijke voorschriften en dat de directie haar beslissingsbevoegdheid niet heeft overschreden. De procedure is nageleefd en de beslissing is gemotiveerd. De klacht is ongegrond.

De klachtencommissie herinnert eraan dat de plaatsing in een beveiligde cel of strafcel op zich, zonder bijkomend concreet element van gevaar voor de orde of de veiligheid – geen individuele aanwijzing vormt die een fouillering op het lichaam rechtvaardigt.