Ga verder naar de inhoud

KC04/22-0075

Gegrond KC - Beveren Klachtencommissie Tucht
TUCHT - HUISHOUDELIJK REGLEMENT - KWALIFICATIE INBREUK

Klager is tuchtrechtelijk gesanctioneerd voor het niet-naleven van de bepalingen opgenomen in het huishoudelijk reglement. De directie valt voor deze kwalificatie terug op de algemene bepaling in het huishoudelijk reglement, hetgeen evenwel een louter hernemen is van de artikelen 105 en 106 van de Basiswet. Deze bepaling kan niet als grondslag dienen om als een soort van ‘vangnetbepaling’ om om het even welk gedrag, dat niet onder een van de andere tuchtinbreuken zoals bepaald in de wet kan ondergebracht worden, als tuchtinbreuk aan te merken. De kwalificatie van het niet-naleven van het huishoudelijk reglement kan volgens de klachtencommissie dan ook niet overeind blijven, nu ‘winkettoerisme’ of hetgeen daar onder verstaan moet worden, niet terug te vinden is in het huishoudelijk reglement.
De feiten kunnen wel gekwalificeerd worden als "het geen gevolg geven aan de aanmaningen en de bevelen van het personeel van de gevangenis".
De tuchtinbreuk is bewezen en de opgelegde sanctie is redelijk en billijk.

De klacht is gedeeltelijk gegrond. De voltallige klachtencommissie vernietigt de bestreden tuchtbeslissing gedeeltelijk voor wat betreft de kwalificatie van de feiten. De directie dient hieraan het gepaste gevolg te geven in het kader van het tuchtregister. De feiten moeten gekwalificeerd worden als zijnde een inbreuk zoals bepaald in artikel 130, 3° van de Basiswet, namelijk “het geen gevolg geven aan de aanmaningen en bevelen van het personeel van de gevangenis”.