Ga verder naar de inhoud

KC04/24-0095

Ongegrond Gegrond KC - Beveren Klachtencommissie Tucht Fouille op het lichaam
FOUILLE LICHAAM - POLITIE - TUCHT - BEWIJS

Klager beklaagt zich over
- een naaktfouille door de politie
- een tuchtbeslissing

1. De naaktfouille door de politie

Wat betreft de ontvankelijkheid, wijst de klachtencommissie op de rechtspraak van de beroepscommissie in beslissing BC/23-0253. Hierin oordeelde de beroepscommissie dat de bevoegdheid van de directie onverlet blijft wanneer de politie overgaat tot een naaktfouille in de plaats van het penitentiair personeel. Het is namelijk de verantwoordelijkheid van de directie, en niet de politie, om te waken over de veiligheid in de penitentiaire inrichting. Dit is anders wanneer de politie overgaat tot een naaktfouille, binnen de muren van de gevangenis, van een gedetineerde in het kader van de uitvoering van een opdracht die rechtstreeks op de politie rust, zoals de overbrenging van een gedetineerde naar de rechtbank.

Een naaktfouille naar aanleiding van de bevindingen van een drugshond, die doen vermoeden dat er (restanten van) drugs aanwezig zijn op de kleren en/of het lichaam van de gedetineerde, is geen opdracht die rechtstreeks op de politie rust. De directie moet in zo’n gevallen waken over de veiligheid in de inrichting, door een fouille – op de kledij dan wel op het lichaam – uit te voeren. Het komt dan ook de directie toe, wanneer zij de bijstand van de politie vordert om een gedetineerde te fouilleren, erop toe te zien dat de politie handelt in overeenstemming met de bepalingen van de Basiswet en dat de nodige beslissingen worden genomen om de rechtmatigheid van deze handeling vanuit het oogpunt van de Basiswet te waarborgen. De klacht is aldus ontvankelijk.

In casu heeft de directie nagelaten een beslissing tot naaktfouille te nemen. Er ontbreekt aldus een wettelijke basis, zoals vereist door artikel 108 van de Basiswet. Om die reden is de klacht gegrond.

2. De tuchtbeslissing

De klachtencommissie meent dat de directie zich kon steunen op de bevindingen van de drugshonden om te besluiten dat de tuchtrechtelijke feiten bewezen zijn. Zoals de directie terecht aanvoert, zijn deze honden beter opgeleid om verboden substanties te detecteren dan het bewakend personeel.

De klachtencommissie acht de tuchtsanctie bovendien wettig en redelijk.
Er werd een beroepsdossier met referentie BC/24-0150 opgestart