Ga verder naar de inhoud

KC05/21-0016

Ongegrond KC - Brugge Klachtencommissie Tucht
TUCHT

Klager stelt dat hij het niet eens is met de tuchtsanctie omdat onderaan de tuchtbeslissing niet werd aangekruist dat er een tuchtsanctie werd uitgesproken, waardoor volgens hem geen tuchtsanctie werd uitgesproken.

Naar het oordeel van de Klachtencommissie bestaat er in voorliggende zaak geen enkele twijfel over de bedoeling van de directeur, namelijk het opleggen van een tuchtsanctie. Uit de beslissing blijkt duidelijk dat klager inbreuken van de tweede categorie pleegde, die werden aangekruist en ook de sanctie werd duidelijk aangekruist, omschreven en gemotiveerd. De Klachtencommissie wijst er op dat er in de Basiswet geen specifieke vormvereisten worden opgelegd. Het is zo dat de directeur in de bestreden beslissing noch het vakje bij “er wordt geen tuchtsanctie uitgesproken”, noch het vakje bij “de volgende tuchtsanctie wordt ten aanzien van de gedetineerde uitgesproken” heeft aangekruist. Het vergeten aankruisen van één van deze vakjes leidt echter niet tot de ongeldigheid of onwettigheid van de tuchtbeslissing. De Klachtencommissie stelt vast dat de tuchtprocedure correct werd gevolgd en dat de tuchtbeslissing regelmatig tot stand kwam. Er is geen schending van het legaliteitsbeginsel. Gelet op het feit dat de directeur een maximumsanctie van 15 dagen afzondering in de toegewezen verblijfsruimte had kunnen opleggen, acht de Klachtencommissie de sanctie van één week ATV zeer redelijk. Er werd rekening gehouden met verzachtende omstandigheden.
De klacht is ongegrond.