Ga verder naar de inhoud

KC05/21-0024

Ongegrond KC - Brugge Klachtencommissie Ordemaatregel
ORDEMAATREGEL - ARBEID - ONTSLAG

Het toewijzen van arbeid is een discretionaire bevoegdheid van de directeur. De directeur oordeelt dus vrij over de geschiktheid van de gedetineerde voor een bepaalde werkplaats. Er bestaat voor het opleggen van een ordemaatregel tot afzetting van werk geen wettelijk voorgeschreven procedure. De bestreden beslissing werd schriftelijk aan klager ter kennis gebracht en gemotiveerd. De Klachtencommissie acht de beslissing dan ook niet in strijd met de wet.

Met betrekking tot de feiten die aan de bestreden beslissing ten grondslag liggen merkt de Klachtencommissie op dat het aan de directeur van de gevangenis is om deze vast te stellen en deze bepaalt vrij de bewijswaarde. Hierbij geldt het principe dat wordt uitgegaan van een vermoeden van objectiviteit en deskundigheid in hoofde van de beambte die de melding doet. Dit vermoeden is weerlegbaar, maar de klager haalt geen elementen aan die twijfel doen ontstaan over de inhoud van de feitelijke vaststellingen. In het RAD worden de feiten zeer precies omschreven, waardoor ook een eventuele vergissing van persoon wordt uitgesloten. De Klachtencommissie begrijpt dat de directie naar aanleiding van deze vaststellingen streng optreedt en klager meteen afzet van zijn werk, zeker omdat het rookverbod in de werkplaatsen vanuit veiligheidsoverwegingen wordt opgelegd en op verschillende manieren aan klager kenbaar werd gemaakt.
Klacht is ongegrond.