Ga verder naar de inhoud

KC05/21-0031

Gegrond KC - Brugge Klachtencommissie Andere beslissing directeur
REGIMEMUTATIE - VERBODEN SUBSTANTIES

De Klachtencommissie stelt vast dat een beslissing tot verwijdering uit de DVA soms wel door de directie wordt genomen en soms niet. Er is de Klachtencommissie geen duidelijke procedure bekend die betrekking heeft op de besluitvorming in deze specifieke afdeling. De beslissingen worden genomen in teamverband, waarbij de directeur dan weer wel deel uitmaakt van het team en dan weer niet.In voorliggende zaak kan door de directie niet geantwoord worden op de vraag wanneer en door wie de beslissing tot verwijdering uit de DVA werd genomen. De Klachtencommissie is van oordeel dat deze onduidelijkheden in het voordeel van klager dienen te worden uitgelegd. De klacht is ontvankelijk.

De Klachtencommissie acht het niet meer dan logisch dat er op de DVA een nultolerantie voor drugs geldt. In voorliggende zaak werpt klager in zijn verdediging echter een belangrijk argument op ter verantwoording van zijn positieve test, namelijk dat de pijnstillers met codeïne – die hij de nacht voor de drugtest nam na een tandartsbezoek – gezorgd zouden hebben voor het positief testen op morfine. Op dit argument van klager wordt in het verweer van de directeur niet ingegaan. De vraag die aan de apotheker-coördinator gesteld werd omtrent lidocaïne (een verdovingsmiddel), is volledig naast de kwestie. Alleen al na een eenvoudige opzoeking in de literatuur kan de Klachtencommissie terugvinden dat paracetamol met codeïne inderdaad een positieve drugtest kan bewerkstelligen. Dit wordt door de directie ook niet ontkend.

De Klachtencommissie ziet in deze zaak dan ook geen redelijk verband tussen de feiten (positieve drugtest) en de beslissing (verwijdering van de DVA). Het argument van klager is aannemelijk en wordt door de directie niet weerlegd. Om tot een redelijke beslissing te komen hadden de feiten in principe bewezen, of toch minstens onderzocht moeten worden. Hiervan ontbreekt in dit dossier elk spoor.

De Klachtencommissie is van oordeel dat twijfel in het voordeel van klager dient te worden uitgelegd. De klacht van klager wordt gegrond verklaard.