KC05/21-0048
Ongegrond
Onontvankelijk
KC - Brugge
Klachtencommissie
Voorlopige maatregel
Tucht
Ordemaatregel
TUCHT - VOORLOPIGE MAATREGEL - TERMIJN - ORDEMAATREGEL - ARBEID - ONTSLAG - VERTROUWENSFUNCTIE - REGIMEMUTATIE
De klacht tegen de VM en tegen het gegeven dat een tuchtprocedure werd opgestart werd niet tijdig ingediend. Klager haalt geen enkele omstandigheid aan waaruit blijkt dat hij de klacht, hoewel buiten termijn, zo spoedig mogelijk heeft ingediend als redelijkerwijs van hem verlangd kon worden. De klacht is onontvankelijk.
De klacht tegen de ordemaatregel betreft een discretionaire bevoegdheid van de directeur. Hoewel de Klachtencommissie begrijpt dat dit voor klager wel zo aanvoelt, zijn de afzetting van een vertrouwensfunctie of de mutatie van een open naar een gesloten sectie, geen “sancties” in de zin van de Basiswet. De regels en waarborgen inzake de tuchtprocedure zijn op dit soort beslissingen niet van toepassing. De Klachtencommissie acht de ordemaatregel niet onwettig. Ze kan begrijpen dat de beslissing voor klager mogelijks streng aanvoelt, doch vindt ze het niet onredelijk dat de directie op basis van de feiten oordeelde dat het nodige vertrouwen voor het uitoefenen van een vertrouwensfunctie en voor een verder verblijf op de opendeursectie geschonden was. De Klachtencommissie is van oordeel dat de beslissing in verhouding staat met de vaststellingen en regelmatig en op objectieve en redelijke wijze tot stand gekomen is. De klacht is ongegrond.
De klacht tegen de VM en tegen het gegeven dat een tuchtprocedure werd opgestart werd niet tijdig ingediend. Klager haalt geen enkele omstandigheid aan waaruit blijkt dat hij de klacht, hoewel buiten termijn, zo spoedig mogelijk heeft ingediend als redelijkerwijs van hem verlangd kon worden. De klacht is onontvankelijk.
De klacht tegen de ordemaatregel betreft een discretionaire bevoegdheid van de directeur. Hoewel de Klachtencommissie begrijpt dat dit voor klager wel zo aanvoelt, zijn de afzetting van een vertrouwensfunctie of de mutatie van een open naar een gesloten sectie, geen “sancties” in de zin van de Basiswet. De regels en waarborgen inzake de tuchtprocedure zijn op dit soort beslissingen niet van toepassing. De Klachtencommissie acht de ordemaatregel niet onwettig. Ze kan begrijpen dat de beslissing voor klager mogelijks streng aanvoelt, doch vindt ze het niet onredelijk dat de directie op basis van de feiten oordeelde dat het nodige vertrouwen voor het uitoefenen van een vertrouwensfunctie en voor een verder verblijf op de opendeursectie geschonden was. De Klachtencommissie is van oordeel dat de beslissing in verhouding staat met de vaststellingen en regelmatig en op objectieve en redelijke wijze tot stand gekomen is. De klacht is ongegrond.