Ga verder naar de inhoud

KC05/23-0046

Gegrond KC - Brugge Klachtencommissie Andere beslissing directeur Tucht
VOORLOPIGE MAATREGEL – TUCHT – MOTIVERING

Klager heeft twee klachten ingediend.

De eerste klacht van klager is gericht tegen een ‘beperkt regime’ van zeven dagen, voorafgaand aan een tuchtprocedure. De klachtencommissie is niet in het bezit van enig stuk over dit regime. Op basis van de klacht van klager en het verweer van de directie blijkt enkel dat klager gedurende zeven dagen, ‘in afwachting van zijn tuchtprocedure’ onder een beperkt regime heeft gestaan en dit omdat hij in het bezit zou zijn geweest van een niet-toegelaten substantie. Uit welke specifieke maatregelen of restricties dit regime precies bestond en hoe de detentiesituatie van klager er in die periode heeft uitgezien, is onduidelijk. De klachtencommissie besluit, in navolging van de rechtspraak van de Raad van State, dat de afwezigheid van een administratief dossier wordt gelijkgesteld met de afwezigheid van deugdelijke materiële motieven waarop de bestreden beslissing is gesteund. Bij gebreke aan dossier of enig document of stuk met betrekking tot dit beperkt regime (behoudens enkele summiere vermeldingen in het verweer van de directie) kan de klachtencommissie geen daadwerkelijke controle uitoefenen op de wettigheid, redelijkheid en billijkheid van de bestreden beslissing. De eerste klacht is ontvankelijk en gegrond.

De tweede klacht van klager is gericht tegen een beslissing tot het niet opleggen van een tuchtsanctie. Deze beslissing werd niet gemotiveerd. De klachtencommissie wijst erop dat in de Basiswet wordt bepaald dat alle beslissingen die in het kader van deze wet worden genomen, met redenen omkleed zijn. Er is geen reden waarom een beslissing tot het niet opleggen van een tuchtsanctie niet met redenen omkleed zou moeten zijn. Deze tweede klacht is ontvankelijk en gegrond.