KC05/24-0275
Gegrond
KC - Brugge
Klachtencommissie
Voorlopige maatregel
Tucht
Geen beslissing directeur
VOORLOPIGE MAATREGEL – TUCHT – GEEN BESLISSING DIRECTEUR – BEVOEGDHEID
Klager heeft drie klachten ingediend.
De eerste klacht is gericht tegen een voorlopige maatregel. tot een verplicht verblijf in de toegewezen verblijfsruimte Deze werd als volgt gemotiveerd: “[Klager] gooit [zijn] bord stuk en roept en tiert op cel. Ook blijft [hij] dreigende taal uitspreken aan het adres van de collega’s die op 26 augustus 2024 de celfouille hebben uitgevoerd”. De klachtencommissie is van oordeel dat niet werd gemotiveerd waarom er een ernstige en opzettelijke aantasting van de interne veiligheid voorhanden was. De eerste klacht is ontvankelijk en gegrond.
De tweede klacht gaat over een tuchtbeslissing van één week ATV, die werd opgelegd aansluitend op een lopende sanctie van ATV. Klager zat op het moment van de feiten nog niet onder ATV (het RAD dateert van dezelfde dag als de eerste tuchtbeslissing en tevens van de dag voor het ingaan van deze eerste tuchtbeslissing), maar de klachtencommissie wijst op rechtspraak van de Raad van State waaruit blijkt dat iedere verlenging van een tuchtsanctie van ATV is uitgesloten, behalve indien de gedetineerde tijdens deze ATV een zware aanslag pleegt op de fysieke integriteit van een persoon. Dit was niet het geval in het dossier van klager. De tweede klacht is ontvankelijk en gegrond.
De derde klacht gaat over de zorgafdeling waarop klager verblijft. De klachtencommissie is er niet van overtuigd dat deze klacht gericht is tegen een beslissing die door of namens de directeur ten aanzien van klager werd genomen of tegen een verzuim of weigering om een beslissing te nemen. De derde klacht is niet ontvankelijk.
Klager heeft drie klachten ingediend.
De eerste klacht is gericht tegen een voorlopige maatregel. tot een verplicht verblijf in de toegewezen verblijfsruimte Deze werd als volgt gemotiveerd: “[Klager] gooit [zijn] bord stuk en roept en tiert op cel. Ook blijft [hij] dreigende taal uitspreken aan het adres van de collega’s die op 26 augustus 2024 de celfouille hebben uitgevoerd”. De klachtencommissie is van oordeel dat niet werd gemotiveerd waarom er een ernstige en opzettelijke aantasting van de interne veiligheid voorhanden was. De eerste klacht is ontvankelijk en gegrond.
De tweede klacht gaat over een tuchtbeslissing van één week ATV, die werd opgelegd aansluitend op een lopende sanctie van ATV. Klager zat op het moment van de feiten nog niet onder ATV (het RAD dateert van dezelfde dag als de eerste tuchtbeslissing en tevens van de dag voor het ingaan van deze eerste tuchtbeslissing), maar de klachtencommissie wijst op rechtspraak van de Raad van State waaruit blijkt dat iedere verlenging van een tuchtsanctie van ATV is uitgesloten, behalve indien de gedetineerde tijdens deze ATV een zware aanslag pleegt op de fysieke integriteit van een persoon. Dit was niet het geval in het dossier van klager. De tweede klacht is ontvankelijk en gegrond.
De derde klacht gaat over de zorgafdeling waarop klager verblijft. De klachtencommissie is er niet van overtuigd dat deze klacht gericht is tegen een beslissing die door of namens de directeur ten aanzien van klager werd genomen of tegen een verzuim of weigering om een beslissing te nemen. De derde klacht is niet ontvankelijk.