Ga verder naar de inhoud

KC06/20-0002

Onontvankelijk KC - Dendermonde Klachtencommissie Andere beslissing directeur
FOUILLE LICHAAM - TUCHT - CELMUTATIE - VERBODEN VOORWERPEN - NON BIS IN IDEM

De directeur is vrij om te kiezen op welke cel en met welke medegedetineerde(n) hij een gedetineerde plaatst. Deze bevoegdheid van de directeur wordt niet nader geregeld in de wet waardoor ook de beslissingen die hij in dat kader kan nemen niet aan specifieke voorwaarden dienen te voldoen. Het toewijzen van een cel is met andere woorden een zuivere discretionaire en geen gebonden bevoegdheid van de directeur.
Wanneer klager werd toegelaten samen met zijn vader en broer op een cel te verblijven, werd hem dan ook een gunst - en geen recht – verleend. Waar de directeur vrij is in het toekennen van dergelijke gunst, staat het hem evenzeer vrij om een toegekende gunst weer in te trekken. De eerste klacht is ongegrond.

Hoewel er effectief een 4G-modem werd aangetroffen, die “past” bij de eerdere vondst van de dongle en USB-stick, en dit er mogelijk op wijst dat deze vondst ook toe te schrijven is aan de vorige bewoners van cel 155, waaronder klager, meent de Klachtencommissie dat de directeur thans toepassing had moeten maken van de opslorpingsleer zoals die tevens wordt toegepast in het strafrecht.
De tweede klacht is gegrond wegens schending van artikel 126 van de Basiswet en het non bis in idem beginsel.

De derde klacht werd niet tijdig ingediend. Klager haalt geen enkele omstandigheid aan waaruit blijkt dat hij de klacht, hoewel buiten termijn, zo spoedig mogelijk heeft ingediend als redelijkerwijs van hem verlangd kon worden. Hij bevestigt zelfs op de hoorzitting dat hij het formulier antidateerde. De klacht is onontvankelijk.