Ga verder naar de inhoud

KC06/20-0004

Ongegrond Gegrond KC - Dendermonde Klachtencommissie Andere beslissing directeur Tucht Ordemaatregel
ORDEMAATREGEL - TUCHT - CELMUTATIE - ONTSLAG - VERBODEN VOORWERPEN - NON BIS IN IDEM

De directeur is vrij om te kiezen op welke cel en met welke medegedetineerde(n) hij een gedetineerde plaatst. Deze bevoegdheid van de directeur wordt niet nader geregeld in de wet waardoor ook de beslissingen die hij in dat kader kan nemen niet aan specifieke voorwaarden dienen te voldoen.
Het toewijzen van een cel is met andere woorden een zuivere discretionaire en geen gebonden bevoegdheid van de directeur.
Wanneer klager werd toegelaten samen met zijn zonen op een cel te verblijven, werd hem dan ook een gunst - en geen recht – verleend. Waar de directeur vrij is in het toekennen van dergelijke gunst, staat het hem evenzeer vrij om een toegekende gunst weer in te trekken. De eerste klacht is ongegrond.

Dat klager niet meer in aanmerking komt voor een vertrouwensjob, behoort tot de discretionaire bevoegdheid van de directeur aangezien dit louter een gunst betreft. De tweede klacht is ongegrond.

De goedkeuring van een aanvraag pc door de directeur is overeenkomstig artikel 2 van het huurreglement steeds onder voorbehoud van de beschikbaarheid en praktische haalbaarheid. Overeenkomstig MO nr.1811 beoordeelt de directeur het verzoek en gaat na of het verzoek strookt met de eisen van orde en veiligheid en met de praktische haalbaarheid. Ingeval er niet onmiddellijk een PC beschikbaar is, wordt de gedetineerde op een wachtlijst geplaatst. De derde klacht is ongegrond.

Hoewel er effectief een 4G-modem werd aangetroffen, die “past” bij de eerdere vondst van de dongle en USB-stick, en dit er mogelijk op wijst dat deze vondst ook toe te schrijven is aan de vorige bewoners van cel 155, waaronder klager, meent de Klachtencommissie dat de directeur thans toepassing had moeten maken van de opslorpingsleer zoals die tevens wordt toegepast in het strafrecht. De vierde klacht is gegrond wegens schending van artikel 126 van de Basiswet en van het beginsel van non bis in idem.