Ga verder naar de inhoud

KC09/23-0159

Gegrond Tegemoetkoming KC - Gent Klachtencommissie Tucht
TUCHT - SANCTIE - TEGEMOETKOMING

De klachten zijn gericht tegen tuchtbeslissingen van de directie van de gevangenis van 11 en 14 augustus.

De klacht over de tuchtbeslissing van 11 augustus:
Klager kreeg een voorwaardelijke sanctie van 5 dagen strafcel voor een duur van 3 maanden.
Klager werd schuldig bevonden aan het niet-naleven van de door het huishoudelijk reglement voorgeschreven bepalingen en het geen gevolg geven aan de aanmaningen en de bevelen van het personeel (inbreuken van de tweede categorie). De opsluiting in de strafcel kan voor tuchtinbreuken van de tweede categorie slechts voor een maximumduur van 3 dagen worden opgelegd. De tuchtsanctie is dan ook onwettig omdat een voorwaardelijke sanctie van 5 dagen strafcel werd opgelegd. De klacht is gegrond.

De klacht over de tuchtbeslissing van 14 augustus:
Klager kreeg een sanctie van 30 dagen ATV. Door de tuchtbeslissing kwam ook de met uitstel uitgesproken tuchtsanctie van dagen strafcel van 11 augustus te vervallen en diende klager van 11 tot 16 augustus in een strafcel te verblijven. Zoals hierboven werd beslist dient “5 dagen strafcel” vervangen te worden door “3 dagen strafcel”.

Wanneer de klachtencommissie alle afgeronde en lopende dossiers van klager samenneemt, stelt zij op basis van zijn tuchtregister vast dat hij op basis van opeenvolgende tuchtsancties onafgebroken in afzondering verbleef van 29 juni tot en met 20 september 2023. Gedurende heel deze periode verbleef klager onder een sanctie van ATV, waarvan van 11 tot 16 augustus één of meerdere dagen in een strafcel.

Hoewel de bepaling dat afzondering in de aan de gedetineerde toegewezen verblijfsruimte door opeenvolgende tuchtsancties nooit langer dan 45 dagen mag duren, specifiek wordt opgenomen in de afdeling over “afzondering in de aan de gedetineerde toegewezen verblijfsruimte”, werd dit artikel aan de Basiswet toegevoegd om, net zoals dit voor het verblijf in een strafcel geldt, te voorkomen dat een gedetineerde te lang ononderbroken in afzondering zou verblijven naar aanleiding van een tuchtsanctie. Het was de initiële bedoeling van de wetgever om tussen twee opeenvolgende afzonderingen op de eigen cel (of op de strafcel) een tijdsruimte van ten minste 24 uren te laten, gelet op het ingrijpend karakter van deze soorten tuchtsancties.

Op het moment dat klager voorliggend klachtendossier (met referte KC09/23-0159) indiende, verbleef hij de 50e opeenvolgende dag in afzondering (meestal in een toegewezen verblijfsruimte en één of enkele dagen in een strafcel; de volledige duur van het verblijf van klager in de strafcel op de totale afzondering is op basis van de beschikbare stukken niet volledig duidelijk). Op basis van de bestreden tuchtbeslissing zou hij nog veel langer in afzondering dienen te verblijven. De klacht is gegrond. De klachtencommissie vernietigt de tuchtbeslissing van 14 augustus 2023 en draagt de directie op deze uit het tuchtregister van klager te wissen.

Gezien de gevolgen van de vernietigde beslissing niet meer ongedaan kunnen gemaakt worden kent de klachtencommissie aan klager de volgende tegemoetkoming toe8: driehonderd (300) minuten extra beltijd.