Ga verder naar de inhoud

KC09/23-0240

Ongegrond Gegrond KC - Gent Klachtencommissie Voorlopige maatregel Tucht Fouille op het lichaam
FOUILLE LICHAAM - MOTIVERING - VOORLOPIGE MAATREGEL - TUCHT - BEWIJS - VERBODEN SUBSTANTIES

De klacht gaat over verschillende beslissingen van de directie van de gevangenis: 1) een beslissing tot fouillering op het lichaam, 2) een voorlopige maatregel en 3) een tuchtbeslissing.

In de beslissing tot fouillering op het lichaam vermeldde de directie volgende individuele aanwijzingen ter motivering van de beslissing: “Vermoeden van verboden substantie op het lichaam na familiaal bezoek en waarbij fouillering aan de kledij niet voldoende is om dit te bewijzen.”
De motivering van de beslissing bevat geen concrete individuele aanwijzingen. Bovendien blijkt uit deze motivatie ook niet, mochten er al individuele aanwijzingen zijn, waarom een onderzoek aan de kledij dan niet volstond. De beslissing tot fouillering op het lichaam is in strijd met de Basiswet. De klacht is gegrond. De klachtencommissie vernietigt de beslissing.

De directie besloot een voorlopige maatregel op te leggen omdat klager een grote hoeveelheid verboden substantie had ingeslikt tijdens de fouillering op het lichaam.
De klachtencommissie is van oordeel dat de directie op basis van deze vaststellingen terecht kon besluiten dat de interne veiligheid werd aangetast en dat de veiligheidsmaatregel, in afwachting van de verdere tuchtprocedure, gerechtvaardigd was. De directie wist inderdaad (nog) niet wat de ingeslikte substantie was en wat de eventuele gevolgen ervan gingen zijn op het gedrag van klager. De beslissing is niet onwettig, onredelijk of onevenredig. De klacht over de voorlopige maatregel is ongegrond.

Bovenaan de tuchtbeslissing wordt aangekruist dat klager schuldig wordt bevonden aan de tuchtrechtelijke inbreuk van de eerste categorie “het bezit van of de handel in door of krachtens de wet verboden voorwerpen of substanties”. In de motivering van de tuchtbeslissing wordt anderzijds gesteld dat de tuchtinbreuk niet bewezen is: “gelet er geen duidelijkheid is volstaat de voorlopige maatregel”. Gezien de tuchtinbreuk niet bewezen is, is de tuchtbeslissing onwettig. De klachtencommissie vernietigt de tuchtbeslissing en draagt de directie op deze uit het tuchtregister van klager te wissen.