Ga verder naar de inhoud

KC10/23-0123

Gegrond KC - Hasselt Klachtencommissie Andere beslissing directeur
BEZOEK - MOTIVERING - PRIVELEVEN

Klager wenst bezoek te kunnen ontvangen van een medegedetineerde die ook in de gevangenis zit (= intern bezoek). Uit navraag bij het klachtenbureau blijkt dat er tafelbezoek was aangevraagd (geen ongestoord bezoek). De Basiswet voorziet geen regels in verband met intern bezoek. In Collectieve Brief nr. 107 van 16 juni 2011 is weliswaar bepaald dat bezoek tussen gedetineerden onderworpen is aan de algemene regels voor gewoon bezoek en ongestoord bezoek. Bijgevolg moet de directie een aanvraag voor intern bezoek op dezelfde manier beoordelen als een aanvraag voor bezoek met een niet-gedetineerde.

Aangezien de medegedetineerde geen familie of samenwonende partner is, behoort deze persoon tot de bezoekers van categorie 2. Opdat een gedetineerde bezoek kan ontvangen van een bezoeker van categorie 2, moet hij eerst een voorgaande toelating hebben gekregen van de directie. De directeur kan beslissen om de toelating niet te verlenen. Dergelijke weigering kan alleen wanneer er geïndividualiseerde aanwijzingen bestaan dat het bezoek de handhaving van de orde of de veiligheid in gevaar kan brengen of wanneer de bezoeker van geen gerechtvaardigd belang kan doen blijken. Een bezoeker heeft een gerechtvaardigd belang indien hij/zij minstens zes maanden belangstelling heeft getoond die toelaat te geloven in de oprechtheid van de relatie met de gedetineerde. Dat het begrip relatie ruim geïnterpreteerd moet worden blijkt uit de rechtspraak van de Beroepscommissie. Dat niet alleen een romantische relatie bedoeld wordt maar ook een vriendschappelijke relatie toegelaten wordt, wordt impliciet bevestigd door Collectieve Brief nr. 107 die stelt dat het (ongestoord) bezoek niet beperkt hoeft te blijven tot één persoon. Bovendien benadrukt CB nr. 107 dat indien er een gerechtvaardigd belang is én er geen geïndividualiseerde aanwijzingen zijn van een gevaar voor orde en veiligheid, het bezoek toegelaten moet worden. Er mag dus geen limitatieve lijst van bezoekers worden opgesteld.

De klachtencommissie stelt vast dat de bestreden beslissing in eerste instantie onwettig is omdat klager mondeling werd ingelicht over de weigering terwijl de regelgeving een schriftelijke beslissing vereist. Daarnaast blijkt uit het dossier niet waarom de aanvraag niet werd goedgekeurd. Nergens werd er melding gemaakt van geïndividualiseerde aanwijzingen voor een gevaar van de orde of de veiligheid of dat de medegedetineerde geen gerechtvaardigd belang heeft. Nochtans zijn dit de twee limitatieve weigeringsgronden die de Basiswet voorschrijft. Integendeel, meent de klachtencommissie dat de directie het intern bezoek heeft geweigerd op grond van een eigen verzonnen weigeringsgrond. De directie laat in haar verweer uitschijnen dat enkel intern bezoek toegelaten is tussen vrouwen en mannen die bezoekers zijn van categorie 1.

De klachtencommissie besluit dat de directie de Basiswet en CB nr. 107 niet naleeft door intern bezoek uitsluitend toe te laten voor koppels en familieleden in de eerste graad. De beslissing om het intern bezoek niet toe te laten tussen klager en een medegedetineerde is dan ook onwettig. De klacht is gegrond. De klachtencommissie vernietigt de beslissing. De klachtencommissie draagt de directie op om binnen de maand na de betekening van deze uitspraak, een nieuwe beslissing te nemen over het intern bezoek tussen klager en zijn vriend, rekening houdende met de opgesomde kritieken van de klachtencommissie.