Ga verder naar de inhoud

KC12/21-0019

Ongegrond KC - Ieper Klachtencommissie Andere beslissing directeur
ORDEMAATREGEL - ARBEID - VERTROUWENSFUNCTIE

De klacht is gericht tegen het feit dat klager geen vertrouwensfunctie wordt toegekend. De klachtencommissie wijst erop dat het toewijzen van arbeid, waaronder vertrouwensfuncties, een discretionaire bevoegdheid van de directeur is. De klachtencommissie stelt vast dat klager aan het werk kan in het atelier, maar dat de directie hem nog niet geschikt acht voor een vertrouwensfunctie. De klachtencommissie acht het niet onredelijk dat klager zich eerst, zoals andere gedetineerden, dient te “bewijzen” in een “gewone” functie, alvorens kan worden bekeken of hem een vertrouwensfunctie kan worden toegekend. De klacht is ontvankelijk, maar ongegrond.