KC16/21-0034
Ongegrond
Gegrond
KC - Leuven Centraal
Klachtencommissie
Andere beslissing directeur
Tucht
Fouille op het lichaam
TUCHT - FOUILLE LICHAAM - VERBODEN SUBSTANTIES - PUNTENSYSTEEM
In de motivering van de tuchtbeslissing verwijst de directie naar het voorliggende RAD en bijkomend ook naar de verklaringen van de medegedetineerde. De Klachtencommissie ziet geen reden waarom de directie zich bij het nemen van de bestreden beslissing niet zou mogen steunen op het voorliggende rapport aan de directie en de verklaringen van de medegedetineerde. Klager maakt voor de Klachtencommissie ten slotte geen begin van bewijs van het tegendeel aannemelijk.
De klacht over de tuchtsanctie is ongegrond.
Bij een tuchtsanctie worden ook punten toegekend aan gedetineerde. De Klachtencommissie kan afleiden dat de directie met het opleggen van de punten aan klager een duidelijke intentie tot bestraffen had, buiten het wettelijke kader van de Basiswet om. De Klachtencommissie stelt vast dat er een schending is van artikel 124, § 1 Basiswet.
De klacht over het puntensysteem is gegrond.
De Klachtencommissie oordeelt ook dat, hoewel de fouillering op het lichaam regelmatig is gemotiveerd, de uitvoering ervan als rechtstreeks met een beslissing van de directie samenhangende feitelijkheid in strijd is met artikel 108, § 2, vierde lid.
De klacht tegen de fouillering op het lichaam is gegrond.
In de motivering van de tuchtbeslissing verwijst de directie naar het voorliggende RAD en bijkomend ook naar de verklaringen van de medegedetineerde. De Klachtencommissie ziet geen reden waarom de directie zich bij het nemen van de bestreden beslissing niet zou mogen steunen op het voorliggende rapport aan de directie en de verklaringen van de medegedetineerde. Klager maakt voor de Klachtencommissie ten slotte geen begin van bewijs van het tegendeel aannemelijk.
De klacht over de tuchtsanctie is ongegrond.
Bij een tuchtsanctie worden ook punten toegekend aan gedetineerde. De Klachtencommissie kan afleiden dat de directie met het opleggen van de punten aan klager een duidelijke intentie tot bestraffen had, buiten het wettelijke kader van de Basiswet om. De Klachtencommissie stelt vast dat er een schending is van artikel 124, § 1 Basiswet.
De klacht over het puntensysteem is gegrond.
De Klachtencommissie oordeelt ook dat, hoewel de fouillering op het lichaam regelmatig is gemotiveerd, de uitvoering ervan als rechtstreeks met een beslissing van de directie samenhangende feitelijkheid in strijd is met artikel 108, § 2, vierde lid.
De klacht tegen de fouillering op het lichaam is gegrond.