Ga verder naar de inhoud

KC21/23-0022

Ongegrond KC - Merksplas Klachtencommissie Tucht
TUCHT - TOEREKENBAARHEID - MOTIVERING - SANCTIE

In het voorliggend dossier heeft de directeur zich voor het bewezen zijn van de feiten gebaseerd op de materiële vaststellingen zoals opgenomen in het RAD van 2 februari 2023. Hierin werd genoteerd dat klager na navraag door de chef aangaf dat de aangetroffen gsm aan hem toebehoorde. Klager voerde ter tuchtzitting en in zijn klacht aan dat de gsm toch niet aan hem toebehoort maar dat hij de schuld op zich nam zodat hij zijn verhaal kon doen bij de directie en niet iedereen een (collectieve) sanctie zou krijgen. De klachtencommissie acht het weinig geloofwaardig dat klager oprecht van oordeel was dat hij eerst de schuld op zich zou kunnen nemen, hiermee kon vermijden dat er een RAD werd geschreven ten aanzien van andere medegedetineerden doch ter tuchtzitting door een loutere ontkenning deze schuld weer van zich af zou kunnen schuiven (zodat de feiten straffeloos zouden blijven). De klachtencommissie acht het dan ook niet onredelijk dat de directie toch voortging op de eerdere bekentenis van klager en de in dat RAD opgenomen feiten aan hem toerekende.

Klager voert in zijn klacht als bijkomende tegenindicatie aan dat de plafondlamp zich zodanig hoog bevond dat de gsm aan niemand zou kunnen toebehoren, omdat hij en zijn medegedetineerden hier niet aan kunnen. Klager spreekt van een hoogte van 6 meter. In haar schriftelijk verweer weerlegt de directie deze tegenindicatie afdoende. De klachtencommissie stelt in elk geval vast dat klager deze tegenindicatie voor het eerst aanhaalde in zijn klacht, zodat de directie er ten tijde van de tuchtbeslissing in elk geval geen rekening mee had kunnen houden.

De directie vergat een van de tuchtinbreuken aan te vinken, doch voortgaande op de motivering meent de klachtencommissie dat het voldoende duidelijk is dat klager gesanctioneerd werd voor de tuchtinbreuk van het bezit of gebruik van technologische middelen die onregelmatige communicatie met de buitenwereld mogelijk maken (artikel 129, 9° Basiswet). De klachtencommissie meent dat deze materiële vergissing dan ook niet van die aard is om aanleiding te geven tot de nietigheid van de tuchtbeslissing.

Het bezit of gebruik van technologische middelen die onregelmatige communicatie met de buitenwereld mogelijk maken (artikel 129, 9° Basiswet) is een inbreuk van de eerste categorie. In geval van een inbreuk van de eerste categorie kan de afzondering in de aan de gedetineerde toegewezen verblijfsruimte voor een maximumduur van 30 dagen opgelegd worden (artikel 132, 3° Basiswet). Klager kreeg 15 dagen ATV. De klachtencommissie acht deze sanctie wettelijk en gelet op de aard van de inbreuk, redelijk.

De klacht is ongegrond