Ga verder naar de inhoud

KC32/21-0046

Ongegrond KC - Turnhout Klachtencommissie Tucht Ordemaatregel
TUCHT - ARBEID - ONTSLAG

In casu werden de feiten door klager toegegeven ter tuchtrechtelijke hoorzitting. Klager beklaagt zich dan ook vooral over de sanctie en met name de gevolgen daarvan op zijn tewerkstelling. Hoewel het inderdaad om een eerste tuchtrapport ging in hoofde van klager, is de Klachtencommissie van oordeel dat gewelddelicten effectief gesanctioneerd dienen te worden. Dat de directie in casu niet geopteerd heeft voor een voorwaardelijke sanctie maar voor 8 dagen ATV is volgens de Klachtencommissie dan ook redelijk en billijk. De klacht is ongegrond.

De Klachtencommissie heeft begrip voor het feit dat een diender in geval van afwezigheid meteen moet vervangen worden. De richtlijnen van de Directie Juridische Dienst (18.06.2015) voorzien dat indien na afloop van de tuchtsanctie het werk niet langer beschikbaar is (als onvermijdelijk gevolg van de afwezigheid van de gedetineerde op het werk) de gedetineerde op de wachtlijst wordt geplaatst voor een ander werk. In casu was er twijfel in hoofde van de Klachtencommissie of klager al dan niet de mogelijkheid ontzegd werd om een nieuwe aanvraag te doen gedurende 30 dagen, zoals in het verleden het geval was in het kader van een ordemaatregel tot afzetting van werk (cfr. KC32/21-0011). Aangezien er in casu geen schriftelijke beslissing meer voorhanden is en de gedetineerde het zich ook niet meer goed herinnerde, kon ter zitting niet uitgeklaard worden of klager dit effectief gelezen heeft in de beslissing die ten aanzien van hem werd genomen dan wel zich hiervoor beroept op ervaringen uit het verleden. De Klachtencommissie meent er dan ook vanuit te mogen gaan dat klager, conform de regels van DG EPI en conform haar eerdere beslissing, meteen op de wachtlijst werd geplaatst, maar dat hij in de praktijk inderdaad enige tijd moest wachten, hetgeen natuurlijk inherent is aan een wachtlijst. De klacht is ongegrond.