TUCHT - MOTIVERING - TOEREKENBAARHEID
De directeur kon er volgens de Klachtencommissie redelijkerwijs vanuit gaan dat de in het RAD omschreven feiten gekwalificeerd konden worden als een inbreuk zoals bepaald in artikel 130, 3° van de Basiswet, namelijk “het geen gevolg geven aan de aanmaningen en de bevelen van het personeel van de gevangenis”, die aan klager kon worden toegerekend. Uit het verslag van de tuchtzitting blijkt dat klager deze feiten ook erkent maar, wat betreft het verzetten tegen de overbrenging naar de veiligheidscel, de verantwoordelijkheid legt bij het ‘agressief gedrag van het personeel’. Klager kreeg 15 dagen ATV (-VM) opgelegd, hetgeen de maximumduur is. Gelet op de ernst van de inbreuk, met name dat klager geen gevolg bleef geven aan de aanmaningen, hoewel het personeel blijkens het RAD d.d. 16 juni 2021 herhaaldelijke inspanningen leverde om klager op andere ideeën te brengen, het feit dat er tussenkomst van de Dienst Interventie vereist was en het feit dat klager de ernst van de inbreuk niet inziet maar ze minimaliseert door de verantwoordelijkheid ervan bij het gedrag van het personeel te leggen, acht de Klachtencommissie de opgelegde tuchtsanctie redelijk. De klacht is ongegrond.
De directeur kon er volgens de Klachtencommissie redelijkerwijs vanuit gaan dat de in het RAD omschreven feiten gekwalificeerd konden worden als een inbreuk zoals bepaald in artikel 130, 3° van de Basiswet, namelijk “het geen gevolg geven aan de aanmaningen en de bevelen van het personeel van de gevangenis”, die aan klager kon worden toegerekend. Uit het verslag van de tuchtzitting blijkt dat klager deze feiten ook erkent maar, wat betreft het verzetten tegen de overbrenging naar de veiligheidscel, de verantwoordelijkheid legt bij het ‘agressief gedrag van het personeel’. Klager kreeg 15 dagen ATV (-VM) opgelegd, hetgeen de maximumduur is. Gelet op de ernst van de inbreuk, met name dat klager geen gevolg bleef geven aan de aanmaningen, hoewel het personeel blijkens het RAD d.d. 16 juni 2021 herhaaldelijke inspanningen leverde om klager op andere ideeën te brengen, het feit dat er tussenkomst van de Dienst Interventie vereist was en het feit dat klager de ernst van de inbreuk niet inziet maar ze minimaliseert door de verantwoordelijkheid ervan bij het gedrag van het personeel te leggen, acht de Klachtencommissie de opgelegde tuchtsanctie redelijk. De klacht is ongegrond.