Ga verder naar de inhoud

KC32/23-0004

Ongegrond Gegrond Tegemoetkoming KC - Turnhout Klachtencommissie Tucht
TUCHT - KWALIFICATIE INBREUK - KLACHTENPROCEDURE - SANCTIE

In het voorliggend dossier heeft de directeur zich voor het bewezen zijn van de feiten gebaseerd op het RAD van 18 december 2022, evenals de camerabeelden (getoond ter tuchtzitting in aanwezigheid van klager). De klachtencommissie acht het redelijk dat de directie de feiten zoals opgenomen in het RAD in hoofde van klager bewezen achtte en ze aan hem toerekende. De directie kwalificeerde de feiten als de inbreuk van de opzettelijke aantasting van de orde (artikel 129, 5° Basiswet). De klachtencommissie beaamt dat de praktijk van het overgooien van pakketten tijdens de wandeling niet getolereerd kan worden in het kader van de handhaving van de orde (en dit ongeacht de concrete inhoud van de pakketten), nu het ongecontroleerd binnenbrengen van voorwerpen en/of substanties in de gevangenis een bedreiging vormt voor het menswaardig samenlevingsklimaat. De klachtencommissie acht de kwalificatie die de directie aan de feiten gaf correct. De motivering voldoet aan de vereisten van artikel 144 §6, tweede lid j° artikel 8 Basiswet. Klager kreeg 25 dagen ATV. De klachtencommissie acht deze sanctie wettelijk en gelet op de aard van de inbreuk, redelijk. De klacht is ongegrond.

Hetgeen waar klager zich over beklaagt, namelijk de ‘plotse’ onmiddellijke tenuitvoerlegging van de tuchtsanctie ten tijde van het ongestoord bezoek, zonder dat klager eerder (ter tuchtzitting) mondeling op de hoogte werd gesteld van de tuchtbeslissing, heeft betrekking op het vraagstuk inzake de uitvoerbaarheid van de tuchtbeslissing. Aangezien deze uitvoerbaarheid een (mondelinge) communicatie en aldus een verplichting in hoofde van de directie veronderstelt, acht de klachtencommissie de klacht in zoverre ze hiertegen gericht is, ontvankelijk. De directie zei ter tuchtzitting dat ze later op de dag een beslissing zou nemen. Dat de beslissing nog niet mondeling aan klager kon worden meegedeeld lijkt dus in tegenstelling tot wat in het verweer wordt gesteld, los te staan van klager zijn verbale uitbarsting ter zitting. Uit niets blijkt dat de directie klager nadien de beslissing mondeling meedeelde. Deze mededeling werd pas enkele uren na de tuchtzitting gedaan door het personeel, terwijl de vrouw van klager reeds binnen zat te wachten op de aanvang van het ongestoord bezoek. Op het tijdstip van het ongestoord bezoek was er (nog) geen sprake van een (door de directeur geldig aan klager gecommuniceerde) tuchtbeslissing. De beslissing was op het tijdstip van het ongestoord bezoek dan ook (nog) niet uitvoerbaar. De klacht is gegrond. De bestreden beslissing inzake de onmiddellijke uitvoerbaarheid wordt vernietigd. De klachtencommissie kent als tegemoetkoming één ongestoord bezoek toe aan klager.