Ga verder naar de inhoud

KC32/23-0066

Gegrond Tegemoetkoming KC - Turnhout Klachtencommissie Tucht
TUCHT - KWALIFICATIE FEITEN - MOTIVERING - SANCTIE - TEGEMOETKOMING

De klachtencommissie stelt een aantal tekortkomingen vast. Het RAD wordt aangewezen als een van de elementen waarop de tuchtbeslissing gebaseerd is. De klachtencommissie stelt vast dat op basis van het RAD op naam van klager op zich niet kan besloten worden dat klager zich schuldig maakte aan enige fysieke agressie.

De klachtencommissie stelt vast dat het RAD op naam van de celgenoot (waarin diens verwondingen staan beschreven) geen deel uitmaakte van het tuchtdossier van klager. Indien de directie dit RAD noodzakelijk achtte ter staving van haar tuchtbeslissing, had zij dit in haar besluitvorming moeten betrekken en aan de nodige tegenspraak van klager moeten onderwerpen (of, indien zij het RAD de facto in haar besluitvorming betrokken heeft, had zij hier melding van moeten maken in de tuchtbeslissing).$

De directie stelt dat betrokkene ter tuchtzitting de inbreuk erkent. De klachtencommissie vindt dit erg kort door de bocht aangezien klager ter tuchtzitting enkel erkent dat hij zich verweerde tegen een aanval (door zijn celgenoot weg te duwen). Klager geeft daarmee aan dat hij zichzelf verdedigde. Hij erkende hiermee hoogstens bepaalde feiten (lees: hij bracht deze feiten zelf aan, want het RAD maakt geen melding van dit moment). Het wegduwen van de celgenoot kan echter niet zomaar gelijk gesteld worden met een opzettelijke aantasting van de fysieke integriteit.

Uit de tuchtbeslissing blijkt dat de celgenoot, in strijd met artikel 144 ยง5, vijfde lid Basiswet, in afwezigheid van klager werd gehoord. Hierdoor werd het recht op tegenspraak geschonden. Hetgeen de celgenoot verklaarde, speelde nochtans mee in de totstandkoming van de tuchtbeslissing ten aanzien van klager in die zin dat door het feit dat de verhalen van beiden niet overeenkwamen en er weinig vaststellingen waren om ieders aandeel te verduidelijken, de directie ertoe besloot om beide partijen (even) schuldig te achten.

Het verhaal dat klager ter tuchtzitting bracht was volgens de klachtencommissie niet van enige geloofwaardigheid ontbloot, nu het strookte met de (weinige) vaststellingen die door het personeel werden gedaan. Twijfel dient in het voordeel van klager te spelen. De klachtencommissie acht het op basis van al deze overwegingen niet redelijk dat de directie klager schuldig achtte aan de inbreuk van de opzettelijke aantasting van de fysieke integriteit.

Inzake de sanctie is er sprake van een discrepantie tussen de mondelinge uitspraak ter tuchtzitting en de schriftelijke tuchtbeslissing op het vlak van de tuchtsanctie. Ter tuchtzitting werd door de directie 7 dagen ATV uitgesproken. De directie benadrukte daarbij dat beide partijen dezelfde straf krijgen. In de uiteindelijke tuchtbeslissing wordt er 14 dagen ATV, namelijk 7 dagen ATV effectief + 7 dagen ATV voorwaardelijk opgelegd. Gelet op de onmiddellijke uitvoerbaarheid van de mondelinge uitspraak is het niet mogelijk deze uitspraak nadien schriftelijk te verruimen, zelfs niet als het deel dat de eerder uitgesproken sanctie overstijgt slechts voorwaardelijk wordt opgelegd.

De klacht is gegrond. De tuchtbeslissing wordt vernietigd. Klager krijgt als tegemoetkoming een extra fitnessmoment.