Ga verder naar de inhoud

KC32/23-0070

Ongegrond KC - Turnhout Klachtencommissie Ordemaatregel
ORDEMAATREGEL - BEZOEK - MOTIVERING

In het voorliggend dossier heeft de directie bij het benoemen van de weigeringsgrond in feite een vermenging gemaakt van de twee rechtsgronden. De klachtencommissie stelt echter op basis van de motivering vast dat in feite beide rechtsgronden van toepassing kunnen zijn, zodat dit element volgens haar niet afdoende is om te besluiten tot de nietigheid van de beslissing.

De klachtencommissie leest op het RAD van 14 februari 2023 de vermelding dat klager vermaand werd voor het aangetroffen potje. Klager voert in zijn klacht aan dat hij hier niets van afweet. De redenering van de directie dat het potje wel degelijk aan klager en/of zijn bezoekster toebehoorde, gelet op het feit dat de ruimte voorafgaand aan het ongestoord bezoek gecontroleerd werd, is volgens de klachtencommissie redelijk.

De klachtencommissie leest in het eerste RAD van 25 april 2023 dat de geur van de verboden substantie (volgens de weigeringsbeslissing was dit hasj) op het toilet van de kamer van het ongestoord bezoek werd waargenomen. Het betreft dus geen algemene geur op de gang zoals klager ter tuchtzitting aanvoerde. Klager voert in zijn klacht enkel aan dat zijn vrouw vals beschuldigd wordt van roken. De klachtencommissie stelt vast dat dit niet als zodanig opgenomen wordt in de weigeringsbeslissing. Er wordt enkel gesproken van een kenmerkende geur die aanleiding gaf tot een fouille op het lichaam (die leidde tot de ontdekking van de witte tabletten). Er wordt nergens gesteld dat de bezoekster (zelf) gerookt heeft.

De klachtencommissie leest in het tweede RAD van 25 april 2023 dat klager ten overstaan van de beambte erkende dat hij de tabletten van buiten liet binnenbrengen. Tijdens de tuchtprocedure stelt klager dat hij ze binnen van iemand gekregen heeft. De advocaat voegt hieraan toe dat hij ze al een paar dagen op cel heeft liggen en al celcontrole heeft gehad (waarbij er dan blijkbaar geen aanstoot aan genomen werd). De klachtencommissie acht het ongeloofwaardig dat, indien dit laatste inderdaad het geval was, klager het toch nodig vond om een zodanige hoeveelheid op zak (of in zijn onderbroek) te hebben tijdens het ongestoord bezoek. De redenering van de directie dat de tabletten door de bezoekster werden meegebracht ter gelegenheid van het ongestoord bezoek is volgens de klachtencommissie dan ook redelijk.

De beslissing tot weigering van het ongestoord bezoek is aldus wettelijk en redelijk.

De klacht is ongegrond.