Ga verder naar de inhoud

KC37/23-0003

Ongegrond KC - Kortrijk Klachtencommissie Andere beslissing directeur
INTERNE RECHTSPOSITIE – MOTIVERING

De klacht is gericht tegen het afsluiten van een ‘contract’ tussen de directie en klager met daarin zeven voorwaarden met het oog op het verdere verblijf van klager in het detentiehuis van Kortrijk. De bestreden beslissing betreft in essentie het voorstellen van zeven voorwaarden door de directie aan klager, als voorwaarde voor diens verdere verblijf in het detentiehuis. Dat klager akkoord ging met deze voorwaarden, het contract ondertekende en op deze manier zich ertoe verbond om de erin vervatte voorwaarden na te leven, betekent niet dat het opstellen van het contract en het met klager overeenkomen van deze voorwaarden geen beslissing van de directie zou zijn. Het is immers de directeur die besliste om klager nog een kans te geven om verder in het detentiehuis te verblijven, zij het enkel als hij zich akkoord zou verklaren met het naleven van enkele afspraken. Het werken met een contract kadert binnen de context van het detentiehuis, waarbij de gedetineerde enige inspraak krijgt. De klacht betreft een beklagwaardige beslissing en is ontvankelijk.

Wat betreft de gegrondheid van de klacht, wijst de klachtencommissie erop dat de directie een ruime, maar doelgebonden beleidsmarge heeft om de werking van het detentiehuis en het samenleven erin te organiseren. In het licht van de doelstellingen van het detentiehuis bevestigt de klachtencommissie dat de directie instrumenten kan ontwikkelen om het gedrag en de ingesteldheid van de gedetineerden te evalueren en bij te sturen, hierin bijgestaan door detentiebegeleiders. De gedetineerden dienen geïnformeerd te zijn over wat van hen wordt verwacht en over wat de gevolgen kunnen zijn indien zij de regels van het detentiehuis niet naleven. In het detentiehuis van Kortrijk wordt enerzijds gewerkt met een systeem van gele kaarten. Naast dit systeem van gele kaarten behoort het echter steeds tot de bevoegdheid van de directie om te oordelen dat een welbepaalde gedetineerde om welbepaalde redenen niet (langer) geschikt is voor een verblijf in het detentiehuis. De klachtencommissie stelt vast dat klager geen gele kaarten of een (verdoken) tuchtsanctie heeft gekregen. Zijn algemene gedrag werd echter beschouwd als gedrag dat niet hoort bij een gedetineerde die in het detentiehuis van Kortrijk verblijft of wenst te verblijven. De directie wenste klager een laatste verwittiging te geven, die onmiddellijk een tweede (en laatste) kans was om verder in het detentiehuis te kunnen verblijven. De bestreden beslissing bevat volgens de klachtencommissie een pertinente motivatie. Deze bevat voldoende concrete feitelijke elementen om klager duidelijk te maken waarom de directie van mening was dat zijn gedrag niet strookte met de verwachtingen. In het contract zijn eveneens zeven concrete engagementen opgenomen, zodat klager duidelijk werd geïnformeerd over wat de directie van hem verwachtte. De bestreden beslissing is niet onwettig, onredelijk of onbillijk. De klacht is ontvankelijk, maar niet gegrond.