Ga verder naar de inhoud

BC/23-0261

Gegrond Beroepscommissie Beroepscommissie Andere beslissing directeur
CELMUTATIE

De toewijzing van een verblijfsruimte aan een gedetineerde is een beslissing van of namens de directie, zo ook de beslissing om een gedetineerde een verblijfsruimte op een andere vleugel toe te wijzen. De ontvankelijkheid van de klacht wordt terecht niet betwist.
De basiswet bepaalt geen eisen waaraan een beslissing tot toewijzing of wijziging van een verblijfsruimte moet voldoen. Deze beslissing kan mondeling worden genomen. De gedetineerde kan in dat geval vragen dat de redenen waarop die beslissing steunt, hem schriftelijk worden meegedeeld. Artikel 149 van de basiswet bepaalt dat die redenen worden meegedeeld uiterlijk 24 uur nadat de gedetineerde daartoe het verzoek heeft gedaan. De klager vroeg geen voorafgaande mededeling van de redenen. De directie heeft deze redenen tijdens de beklagprocedure schriftelijk verduidelijkt.
De mondeling gegeven reden, zoals meer uitgebreid schriftelijk uiteengezet, verantwoordt afdoende de beslissing tot overplaatsing. Dat de situatie moest worden ontmijnd door één van de betrokken gedetineerden van vleugel te doen veranderen, staat niet ter discussie. Bij het nemen van de beslissing tot toewijzing van een verblijfsruimte beschikt de directie voorts over een ruime beoordelingsbevoegdheid. De toetsing van deze beslissing mag aan deze ruime beoordelingsbevoegdheid geen afbreuk doen. Binnen de ruime grenzen van deze beoordelingsbevoegdheid kon de directie in alle redelijkheid beslissen ofwel de ene, ofwel de andere betrokken gedetineerde op een andere vleugel te plaatsen. De omstandigheid dat vanuit het oogpunt van de klager het redelijker was geweest de andere gedetineerde op de andere vleugel te plaatsen, maakt daarom de beslissing om de klager zelf van vleugel te doen veranderen, niet onredelijk, zeker omdat niet blijkt dat deze beslissing aan de klager enig ander nadeel berokkende.