Ga verder naar de inhoud

KC16/21-0004

Ongegrond KC - Leuven Centraal Klachtencommissie Tucht
TUCHT- MOTIVERING - SUBSIDIARITEITSBEGINSEL

Omtrent de eerste klacht: De mogelijke vaststelling dat bepaalde personeelsleden geen mondmasker dragen waar zij dat moeten dragen, is geen vrijgeleide voor klager om de coronamaatregelen zelf te overtreden. De beweegredenen waarop de bestreden beslissing steunt, zijn volgens de Klachtencommissie voldoende en voldoende duidelijk uiteengezet in de bestreden beslissing conform artikel 144, ยง7, eerste lid van de Basiswet. Ook een schending van het subsidiariteitsbeginsel uit artikel 122 van de Basiswet is om dezelfde redenen niet aan de orde. De klacht is ongegrond.

Omtrent de tweede klacht: De Klachtencommissie verwijst naar haar overwegingen over de eerste klacht. Uit de tweede klacht blijkt er geen enkel element dat een ander licht doet schijnen op de overtreding van het niet dragen van het mondmasker. De klacht is ongegrond