ORDEMAATREGEL - BRIEFWISSELING - KLACHTENPROCEDURE - MOTIVERING
De klachtencommissie heeft in beslissing KC21/22-0062 (d.d. 31 augustus 2022) het volgende beslist: “De klachtencommissie draagt de directie op om binnen de 7 dagen volgend op de betekening van deze beslissing een nieuwe beslissing te nemen met inachtneming van deze uitspraak.”
Klager beklaagt zich over een vermeende niet-uitvoering van deze beslissing. Hij zegt met name géén nieuwe beslissing ontvangen te hebben. In die zin klaagt hij dan ook over een verzuim om een beslissing te nemen. De klachtencommissie verwijst naar het recente standpunt van de beroepscommissie ter zake (BC/22-0121) ten gevolge waarvan zij van oordeel is dat een klacht inzake het verzuim om uitvoering te geven aan de beslissing van de klachtencommissie ontvankelijk is.
De klachtencommissie stelt vast dat de directie de ‘beslissing’ waarvan sprake in de reactie op de brief van klager van 21 september 2022 noteerde op een bijlage 1 van CB 155, waardoor het voor klager wellicht om een verweer van de directie in het kader van een klachtenprocedure leek te gaan. Volgens de klachtencommissie gaf de directie dus inderdaad géén uitvoer aan de beslissing van de klachtencommissie in de zin van dat zij weliswaar een nieuwe motivering op papier zette, maar deze niet duidelijk als een ‘nieuwe beslissing’ meedeelde aan klager, maar slechts onder de vorm van een schriftelijk verweer in het kader van een klachtenprocedure op papier zette (nl. op een bijlage 1 van CB 155). Het verwondert dan ook niet dat klager dit niet als een ‘nieuwe beslissing’ heeft gepercipieerd, zeker nu hij rond dat tijdstip nog een klacht met dit voorwerp had ingediend. De klachtencommissie oordeelt dan ook dat er in die zin inderdaad sprake was van een verzuim om uitvoering te geven aan de beslissing van de klachtencommissie, waardoor de klacht gegrond is. De gevolgen van dit verzuim werden echter rechtgezet doordat klager inmiddels voldoende kennis heeft van de strekking van de ‘nieuwe beslissing’ (die bovendien identiek is aan de beslissing van 19 oktober 2022, waarover de rest van de beslissing van de klachtencommissie handelt).
De klachtencommissie heeft in beslissing KC21/22-0062 (d.d. 31 augustus 2022) het volgende beslist: “De klachtencommissie draagt de directie op om binnen de 7 dagen volgend op de betekening van deze beslissing een nieuwe beslissing te nemen met inachtneming van deze uitspraak.”
Klager beklaagt zich over een vermeende niet-uitvoering van deze beslissing. Hij zegt met name géén nieuwe beslissing ontvangen te hebben. In die zin klaagt hij dan ook over een verzuim om een beslissing te nemen. De klachtencommissie verwijst naar het recente standpunt van de beroepscommissie ter zake (BC/22-0121) ten gevolge waarvan zij van oordeel is dat een klacht inzake het verzuim om uitvoering te geven aan de beslissing van de klachtencommissie ontvankelijk is.
De klachtencommissie stelt vast dat de directie de ‘beslissing’ waarvan sprake in de reactie op de brief van klager van 21 september 2022 noteerde op een bijlage 1 van CB 155, waardoor het voor klager wellicht om een verweer van de directie in het kader van een klachtenprocedure leek te gaan. Volgens de klachtencommissie gaf de directie dus inderdaad géén uitvoer aan de beslissing van de klachtencommissie in de zin van dat zij weliswaar een nieuwe motivering op papier zette, maar deze niet duidelijk als een ‘nieuwe beslissing’ meedeelde aan klager, maar slechts onder de vorm van een schriftelijk verweer in het kader van een klachtenprocedure op papier zette (nl. op een bijlage 1 van CB 155). Het verwondert dan ook niet dat klager dit niet als een ‘nieuwe beslissing’ heeft gepercipieerd, zeker nu hij rond dat tijdstip nog een klacht met dit voorwerp had ingediend. De klachtencommissie oordeelt dan ook dat er in die zin inderdaad sprake was van een verzuim om uitvoering te geven aan de beslissing van de klachtencommissie, waardoor de klacht gegrond is. De gevolgen van dit verzuim werden echter rechtgezet doordat klager inmiddels voldoende kennis heeft van de strekking van de ‘nieuwe beslissing’ (die bovendien identiek is aan de beslissing van 19 oktober 2022, waarover de rest van de beslissing van de klachtencommissie handelt).