Ga verder naar de inhoud

BC/22-0287

Ongegrond Beroepscommissie Beroepscommissie Andere beslissing directeur Geen beslissing directeur
1. GEEN BESLISSING DIRECTEUR - TELEFONIE - VOEDING - 2. ANDERE BESLISSING DIRECTEUR - KANTINE

1. De klager stelt aan de kaak dat op zijn paviljoen de geïnterneerden in hun cel niet over een telefoon beschikken waardoor hij niet kan telefoneren wanneer hij dat wil. Aan de telefoon in de gang is het door het lawaai op de gang moeilijk de gesprekspartner te verstaan en de privacy is niet gewaarborgd want de telefoon staat tegenover het kantoor van de beambten. De feitelijke omstandigheden die de klager bekritiseert, beletten de klager niet te telefoneren met zijn advocaat of anderen, al maken zij het hem wel moeilijker. Alleen daarom is zijn recht om te kunnen telefoneren nog niet geschonden. Met de gegevens die de klager aanvoert, is het nog niet aangetoond dat de directie verzuimd heeft een beslissing te nemen binnen een wettelijke of redelijke termijn waartoe zij redelijkerwijze gehouden was. Dit neemt niet weg dat de directie wel ervoor moet zorgen dat de kwaliteit en privacy van de telefoongesprekken gewaarborgd zijn. De klachtencommissie verklaarde deze klachten terecht niet ontvankelijk.
De klacht over het lauwe middageten is niet ontvankelijk. Een louter feitelijke situatie die geen verband houdt met de uitvoering van een beslissing van de directie, valt op zichzelf bij gebrek aan een beslissing van (of namens) de directie niet onder het toepassingsgebied van het beklagrecht. De klacht laat niet toe te beoordelen of er sprake is van een verzuim van de directie om binnen een redelijke termijn een beslissing te nemen waartoe de directie gehouden was met het oog op de uitvoering van de vrijheidsstraf in psychosociale, fysieke en materiële omstandigheden die de waardigheid van de mens eerbiedigen (artikel 5, §1, van de basiswet).
2. De basiswet verschaft aan de gedetineerde het recht, binnen de door het huishoudelijk reglement bepaalde perken, op eigen kosten gebruiks- en verbruiksgoederen aan te schaffen uit een aanbod dat door tussenkomst van de kantinedienst wordt verstrekt en dat zoveel mogelijk tegemoetkomt aan de behoeften van de gedetineerden (artikel 47, § 1, van de basiswet). De basiswet geeft echter aan de gedetineerde niet het recht om het even welke goederen te laten bestellen of met de post te laten afleveren. Het recht op briefwisseling dat de artikelen 54 en volgende van de basiswet waarborgen, biedt daarvoor evenmin een grondslag.
De collectieve brief nr. 113 van 5 augustus 2011 (‘Voorwerpen van gedetineerden’) bepaalt een limitatieve lijst van voorwerpen die via bezoek of naar aanleiding van een uitgaansvergunning, penitentiair verlof of beperkte detentie kunnen worden binnengebracht. De collectieve brief beklemtoont dat het gaat over een limitatieve lijst van voorwerpen die de lokale directie niet kan uitbreiden. Het huishoudelijk reglement neemt deze lijst over. Op deze lijst staat geen parfum vermeld. Het huishoudelijk reglement bepaalt ook dat het de gedetineerde niet is toegestaan om andere voorwerpen dan papierwaren via de post te ontvangen. Met toelating van de directeur kunnen alleen voorwerpen die via het bezoek kunnen worden binnengebracht, via de post worden ontvangen. De directeur kan bijgevolg niet toelaten dat met de post parfum wordt toegestuurd.
Binnen de gevangenis is er een 'parfurmeriekantine'. Het huishoudelijk reglement voorziet ook in een 'buitenkantine' om bepaalde producten, na toelating van de directie, aan te kopen. Deze 'buitenkantine' heeft evenwel alleen betrekking op producten die niet via bijzondere kantines verkrijgbaar zijn.
De weigering van de directie om parfum via de post te laten toesturen is noch onwetttig, noch onredelijk of onbillijk.